Pruimentaart

JM kwam van de markt terug met grote dozen reine claudes, dus er moest perenjam en perentaart gemaakt worden. Dit taartrecept komt uit Barbara Maher's boek 'Het lekkerste gebak'. Deze Genuese pruimentaart is inderdaad overheerlijk, maar je hebt er wel hulp bij nodig.

Vooral de pruimen na het wassen drogen, halveren en ontdoen van hun pit is best wat werk bij grote hoeveelheden. Dat doet JM dus onder het kijken van een film, terwijl ik de bakvormen invet, met bakpapier bekleedt, nog een keer invet en bestuif met meel. Voor 1 taart heb je volgens het recept 625 g pruimen nodig (ik denk dat wij zo'n 2 kilo hebben weggewerkt!). Leg de helft van de halve pruimen op het bakpapier in de springvorm.

Het cakebeslag maak je door eerst 60 g boter te smelten, te klaren (schuim afscheppen) en te laten afkoelen. Splits 4 grote eieren en klop de eierdooiers met 125 g minus 2 eetlepels basterdsuiker tot zich slierten gaan vormen. Doe er een eetlepel fijn geraspte (bio)citroenschil door.
Klop in een schone, glazen kom de eiwitten tot er zachte pieken ontstaan. Strooi de rest van de suiker eroverheen en klop door tot de pieken steviger worden. Schep hiervan dan voorzichtig twee volle lepels door het eierdooiermengsel om dit losser te maken. Spatel hier rustig en voorzichtig 135 g gezeefde tarwebloem door en de gesmolten boter.

Spatel er langzaam de rest van de eiwitten door, zonder de lucht uit het beslag te slaan.







Schenk het beslag over de pruimen in de springvorm en bak de taart 15 minuten in de voorverwarmde oven op 180 graden of tot de taart vast begint te worden. Schik nu de overgebleven pruimen boven op de taart en laat de taart nog zo'n 30-35 minuten bakken tot hij gaar is.

Haal de taart uit de oven en laat hem afkoelen. Haal hem uit de vorm, verwijder het bakpapier en plaats hem op een schaal. Poedersuiker erover ter decoratie en warm serveren of afgekoeld met slagroom.

We hadden er 4 gemaakt, maar ze waren zo op! Je kunt ze eventueel invriezen, dan zijn ze meer dan een maand houdbaar.