Indonesisch

Het plaatsen van deze blog heeft even op zich laten wachten, maar nu dan de Indonesische rijsttafel bij 'elke dag vegetarisch' bestaande uit een auberginegerecht (terong Bali), een gerecht met tahu en tempeh (soja),  een soepig groentengerecht (sayur lodeh), sperciebonen (sambal goreng buncis), 2 eiergerechten (gekookt: sambal goreng telor en gebakken: tahu telor), een bijgerechtje van gebakken tempeh en witte pandanrijst.
Het is het makkelijkst als je alle groenten van te voren snijdt en apart zet. Voor de sayur lodeh winterwortel in schijfjes, bloemkoolroosjes, in reepjes gesneden spitskool en eventueel bambooshoots (rebung), maar die laat ik zelf achterwege omdat ik ze niet lust. Voor de sambal goreng buncis de sperciebonen gebroken en eventueel kort voorgekookt of voorgestoomd. Voor de terung Bali de blokjes aubergine flink gezouten en apart gezet. En voor de sambal goreng telor kook je de eieren 10 minuten gaar, laat ze schrikken en pel ze.

Nu kun je het beste de tahu en tempeh blokjes frituren in niet te hete olie en niet te lang. Je snijdt een half blok tempeh in blokjes van iets groter dan een centimeter en de andere helft van het blok in kleinere rechthoekige blokjes. Bak ze apart - let erop: niet te lang en niet te bruin - en laat dit uitlekken op keukenpapier. Voeg eventueel extra olie toe en laat dit op temperatuur komen. Bak dan de tahu, ook in blokjes van zo'n 1,5 centimeter. Let op: niet te heet - de olie moet zachtjes pruttelen - en maar heel licht gelig. Laat ook de tahu uitlekken op keukenpapier.

De sayur lodeh is speciaal voor de kinderen - Amiel is jarig - relatief neutraal van smaak en heeft als kruidenbasis alleen ui en knoflook, (heel fijn gesneden en fijn geperst), wat dun gesneden ringetjes rode peper (lombok) zonder zaadjes, wat kemirienootjes, blaadjes Indonesische laurier (daun salam) en een stukje laos (wortel zoals gember, platgeslagen, zodat het aroma vrij komt). Behalve de rode peper, de blaadjes en het stukje laos, kun je alles heel fijn pureren in een foodprocessor, als je dat handig vindt. Als je de kemirienootjes eruit laat, kun je hiervan ook veel gebruiken voor de sambal gorengs.

Je maakt de sayur lodeh door eerst het kruidenmengsel in wat olie te fruiten en dan de groenten toe te voegen met kokend water en 1-2 bouillonblokjes. Voeg wat zout, gemalen koriander (ketoembar) en (witte) peper toe naar smaak. Tot slot smelt je een stuk van een kokosblok (santen) in kokend water en voegt dat aan de soep toe. Nu moet het niet meer koken, want dan schift het. Voeg nog een flinke theelepel tamarinde toe. Als je de kool wat knapperig wilt houden, voeg die dan als laatste groente toe.

De sambal goreng buncis maak je zonder de kemirienootjes en de daun salam, maar wel met laos en een soort citroengras (sereh). Je fruit dus de ui en knoflook in de olie op laag vuur, doet er een lepel sambal bij als je wilt, de sereh en het stukje laos en de sperciebonen. Een flinke scheut water erbij en blijven omscheppen tot de sperciebonen bijtgaar zijn. Los een stukje santen op in kokend water en voeg dit erbij. Tot slot zout, witte peper en eventueel wat suiker toevoegen.

De sambal goreng telor maak je bijna hetzelfde alleen doe je hier in plaats van het citroengras (sereh) weer de blaadjes 'laurier' (daun salam) in. De eitjes bak je mee in de olie tot ze gaan kleuren. Voor de rest idem als bij de sperciebonen.

Het auberginegerecht heeft als kruidenbasis bijna die van de sajur lodeh, maar dan met zowel laos als gember en sereh en daun salam. Zelfs kun je er nog wat blaadjes daun djeroek (citroenblad) bij doen. Nadat je de afgedepte blokjes aubergine hebt meegebakken, zou je er wat tomatenpuree of tamarinde toe en groentebouillon bij kunnen doen. Eventueel op smaak brengen met zout, witte peper en suiker.

De recepten van de tahu/tempeh gerechten en het recept van tahu telor doe ik in een volgende blog. Anders wordt deze zo lang. En bovendien ga ik ingrediënten vergeten, ben ik bang, maar het is sowieso toch een kwestie van experimenteren en smaak.

En het ging allemaal op!